tegen een blauwe zeecontainer hangen een rij lieslaarzen, waadbroeken en een gele oliejas. |
het is afgaand tij, de oesters komen boven water, door de zon beschenen |
een kolonie zeepokken op een dukdalf hebben de deurtjes stijf gesloten om niet uit te drogen |
uit gewuifd door zilverige rietpluimen weer naar huis. |